Wij stonden in de keuken, zij en ik.
Ik dacht al dagen lang: vraag het vandaag.
Maar omdat ik mij schaamde voor mijn vraag
wachtte ik het onbewaakte ogenblik.
Maar nu, haar bezig ziend in haar bedrijf,
en de kans hebbend die ik hebben wou
dat zij onvoorbereid antwoorden zou,
vroeg ik: waarover wil je dat ik schrijf?
Juist vangt de fluitketel te fluiten aan,
haar hullend in een wolk die opwaarts schiet
naar de glycine door het tuimelraam
Dan antwoordt zij, terwijl zij langzaamaan
druppelend water op de koffie giet
en zich de geur verbreidt: ik weet het niet
Martinus Nijhoff, Verzamelde gedichten, vierde druk, 1974.
impasse, dit gedicht roept voor mij een herinnering op.Ik heb het zelfs voorgedragen op onze deklamatie groep op de IVO
Daarom heb ik het ook geplaatst. Ik herinner me dat ik toen onder de indruk was en ik vind het nog steeds een mooi gedicht.